Herijking programmering HWBP waterschap Drents Overijsselse Delta

Waterschap Drents Overijsselse Delta (WDODelta) werkt de komende decennia aan verschillende dijkversterkingsprojecten binnen het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP). Momenteel werkt WDODelta aan vijf projecten. De komende jaren is de start van verschillende nieuwe projecten voorzien. In de Waterwet is vastgelegd dat alle primaire waterkeringen uiterlijk in 2050 aan de normen voldoen. In 2022 is de 1e wettelijke beoordeling (LBO1) afgerond, waarmee er voor het eerst een volledig beeld is van de overstromingskansen van de primaire waterkeringen. Hieruit volgt voor zowel WDODelta als landelijk een grotere dijkversterkingsopgave (meer kilometers) dan vóór LBO1 was voorzien. De gestegen bouwkosten en de toename van de opgave leidt tot financiële druk op het HWBP-programma van WDODelta en het landelijke programma. Hierdoor moeten de waterschappen onder andere zelf meer voorfinancieren.

De genoemde ontwikkelingen waren aanleiding voor een landelijke actualisatie van het programma die in 2024 gereed moet zijn. Met de actualisatie werkt WDODelta toe naar een realistisch (maakbaar en beheersbaar) versterkingsprogramma. Hiermee levert het waterschap een bijdrage aan een stabiele landelijke lange termijn programmering. De actualisatie omvatte de definitie van de toekomstige versterkingsprojecten op basis van de veiligheidsopgave uit de wettelijke beoordeling en het vormgeven van een geactualiseerde programmering. Allereerst is per dijktraject informatie verzameld over de opgave, de complexiteit van de opgave en meekoppelkansen. Dit is vervolgens uitgewerkt in zogenaamde ‘trajectpaspoorten’. Daarna zijn in een werksessie met een brede groep medewerkers van WDODelta de projectdefinities opgesteld. Met het landelijke referentiekader van het HWBP is per project een inschatting gemaakt van de complexiteit en de kosten. Bij de in het beheersgebied gelegen gemeenten zijn meekoppelkansen geïnventariseerd en is in beeld gebracht in hoeverre deze van invloed zijn op de programmering. In een tweede werksessie zijn drie varianten voor de programmering opgesteld, gebaseerd op de invalshoeken financiën, kennis en organisatie. Uiteindelijk zijn de verschillende varianten samengevoegd tot één programmavoorstel.